Historie

Citaat uit essay “Historie Visvlieterdiep”:

 Hoofdelingen en borgen

In het wereldlijk bestuur werden de hoofdelingen in de zestiende eeuw steeds belangrijker. Deze hoofdelingen waren leden van belangrijke families die zich in het Westerkwartier hadden gevestigd. De familie Auwema bewoonde al in de 15e eeuw de Auwemaborg in Tolbert; in Midwolde woonde de familie Van Berckema, in Nuis vestigde zich de Groninger bestuurder Coenders. Vrijwel elk dorp had zijn eigen hoofdelingengeslacht, vaak wonend op een borg, een aanzienlijk huis. De Coendersborg in Nuis en Nienoord in Leek zijn voorbeelden van dergelijke borgen. Van groot belang in het zuidelijk deel van het Westerkwartier was het huis Nienoord (Leek). Wigbold van Ewsum, afkomstig uit Middelstum, kocht omstreeks 1500 een aantal opstrekkende heerden bij Marum. Tussen 1517 en 1524 liet hij tussen Leek en Midwolde een borg bouwen: Nienoord. In korte tijd groeide zijn aanzien en in 1531 werd hij erfgrietman van Vredewold-oost en Vredewold-west (het tegenwoordige Westerkwartier bestond vroeger uit Langewold: Zuidhorn, Oldekerk, Grootegast, Lutjegast en Vredewold: Leek, Marum, Tolbert, Midwolde, Oostwold. Beide “wolden” waren verdeeld in twee grietenijen: oost en west). Zijn zoon, Wigbold van Ewsum jr., nam later een belangrijke rol in op het gebied van de veenwinning. Ten noorden van het huidige Grijpskerk nam het hij het initiatief voor het winning van zout uit veen (zelnering). Het zout zat in het veen onder een kleilaag. Ter bescherming van de zoutziederij werd een schans aangelegd die een belangrijke rol gespeeld heeft tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Zowel de schans als de zoutziederij zijn intussen verdwenen. Einde citaat.

Essay:

Historie Visvlieterdiep